Een nieuwe kamerplant wilt u natuurlijk de beste zorg geven, zodat u er lang van kunt genieten. Door de plant op de juiste plaats te zetten, water en voeding te geven en op tijd te verpotten, blijft deze mooi en gezond. Lees hier meer over het verzorgen en oppotten of verpotten van kamerplanten.
Stappenplan voor het verzorgen van kamerplanten
Kamerplanten verzorgen doet u stap voor stap met ons stappenplan. In 5 stappen gaat u van verpotten tot verpotten!
Stap 1: verpotten of oppotten
Nieuwe kamerplanten kunt u verpotten in een grotere pot. Als u de plant 20% meer ruimte geeft, dan kan deze weer een (paar) jaar vooruit. Er zijn twee mogelijkheden:
1 Verpotten in een grotere plastic container als u deze heeft.
2 Verpotten zonder plastic container, direct in een sierpot, met een laag hydrokorrels.
Het beste moment om te verpotten is in het voorjaar, als de plant uit zijn winterslaap komt en snel herstelt van het verpotten. Maar koopt u uw plant in een ander seizoen en u verpot niet meteen, dan leert de ervaring dat het er van verpotten vaak niet komt. Toch maar direct doen dus na aanschaf. Bij kamerplanten die u al langer heeft en een ruimere pot nodig hebben, kunt u het verpotten wel beter uitstellen tot het voorjaar.
Hoe zet u een kamerplant in pot?
- Zorg dat u alle benodigdheden bij de hand heeft: een grotere kweek- en/of sierpot, hydrokorrels en potgrond.
- Strooi een laag hydrokorrels onderin de pot. Dit voorkomt dat gaten in de pot dichtslibben en dat overtollig water hierin kan wegzakken, hierdoor staan plantenwortels niet steeds te nat.
- Strooi een laag potgrond in de pot.
- Haal de plant voorzichtig uit zijn kweekpot en zet hem in de nieuwe pot. Plaats hem net zo hoog als hij in zijn kweekpot stond. Eventueel strooit u wat meer potgrond onderin de pot om de plant hoger te zetten. Te diep planten zorgt voor problemen.
- Vul de ruimte rondom aan met potgrond. Blijf een paar centimeter onder de potrand zodat u water kunt geven zonder dat het overstroomt.
- Geef water.
Heeft u een kweekpot met een drainagegat? Zet deze dan in een dichte sierpot zodat er geen water lekt. Heeft u een sierpot met een gat onderin, zoals een terracottapot? Plaats hier dan een schotel onder.
Stap 2: op de juiste plek zetten
De meeste kamerplanten houden niet van direct zonlicht. Zet ze dus niet op de vensterbank voor een raam op het zuiden. De bladeren kunnen dan verbranden. Alleen cactussen en vetplanten gedijen op zo’n plek. Plaats ze liever een paar meter van het raam vandaan. Heeft u een schaduwplek, kijk dan voordat u een plant koopt welke het daar goed doen.
TIP Bij de kamerplant van uw keuze, leest u meer over de beste standplaats.
Stap 3: water geven
Elke kamerplant heeft water nodig, de een alleen wat meer dan de ander. In principe houden ze het meest van kalkarm water, zoals regenwater, en van water op kamertemperatuur.
Kamerplanten met een stam kunnen met minder water toe, omdat ze hierin water kunnen opslaan en weer uit opnemen. Hetzelfde geldt voor vetplanten die vocht in het blad opslaan. Andere planten, zoals tropische planten, hebben juist graag vochtige grond. Tot slot zijn er nog de makkelijke types die het niet zoveel uitmaakt, als ze maar niet verdrogen.
TIP Kijk bij de omschrijving van uw plant wat de waterbehoefte is.
Hoe vaak geeft u een kamerplant water?
In de lente en zomer hebben kamerplanten meer water nodig dan in de herfst en winter. Zodra het aantal lichturen afneemt, hebben ze ook minder water nodig. In de winter zijn kamerplanten, net als tuinplanten, in rust.
Afhankelijk van welke plant het is, waar deze staat en de omstandigheden in huis (temperatuur, luchtvochtigheid) past u aan hoe vaak u water geeft. Over het algemeen is in de lente en zomer één keer per week water geven voldoende en in de herfst en winter kan dit afnemen naar één keer per twee weken.
TIP Kamerplanten met gladde groene bladeren vinden het ook fijn om af en toe besproeid te worden met de plantenspuit.
Hoeveel water geeft u een kamerplant?
Geef in elk geval niet te veel water. Het beste is om te controleren of de potgrond niet te nat of droog is door er met uw vinger in te prikken. Soms is alleen de bovenlaag droog. Blijft er water in de pot of schotel staan na het water geven, giet dit dan af.
Te veel water geven is bij kamerplanten een veel voorkomend probleem. Het water kan niet goed weglopen zoals buiten in de tuin. Staat de kluit steeds te nat, dan ‘verdrinkt’ de plant.
TIP Lastig om te beoordelen of uw kamerplant te nat of droog staat? Plaats dan een watermeter in de potgrond.
Stap 4: voeding voor een kamerplant
In de potgrond van een kamerplant zit meestal voeding voor de eerste maanden. Daarna geeft u zelf plantenvoeding door het toe te voegen aan het gietwater. Buiten in de natuur krijgt een plant voeding vanuit de bodem; oude plantenresten verteren en worden opgenomen door insecten en wormen die zo weer voor voeding in de grond zorgen. In de huiskamer werkt dit natuurlijk niet, dus geeft u uw groene vriend zelf voeding!
Door uw kamerplant voeding te geven, blijft deze gezond en weerbaar tegen plagen en ziekten. Lees op de verpakking hoeveel voeding u moet toevoegen, dit is afhankelijk van de concentratie.
TIP In de winter als kamerplanten in rust zijn, hoeft u eigenlijk niet bij te voeden. Dit kan weer vanaf het voorjaar.
Stap 5: kamerplant verpotten
Uw kamerplant gedijt goed op zijn plek en wordt voorzien van water en voeding. De beloning: een kamerplant die goed groeit en u zelfs een grotere pot moet geven. Zodra u steeds vaker water moet geven of u ziet letterlijk de wortels uit de pot groeien, dan is het tijd om uw kamerplant een nieuw huis te geven. Geef de plant een pot die weer 20% groter is … zie hiervoor stap 1!
TIP Stof zo nu en dan (grote, gladde) bladeren af met een droge of lichtvochtige doek. Dit ziet er niet alleen mooier uit, maar zorgt ook dat de plant goed licht kan blijven opnemen.

Plaats een nieuwe reactie