Soms is het nodig om tuinplanten op een andere plek in de tuin te zetten. Wanneer en hoe kunt u vaste planten en struiken nu het beste verplanten?
Vaste planten verplanten
Vaste planten kunt u het hele jaar door verplanten, mits het niet vriest. Het beste resultaat is echter te verwachten bij verplanten in de rustperiode. De meeste soorten kunt u daarom het beste verplanten in het voorjaar (maart-mei, bij voorkeur tot eind april) of het najaar (september-november). Voor vorstgevoelige planten is het voorjaar de beste periode. Is het extreem nat in de herfst? Kies dan ook liever voor de lente.
- Graaf altijd een ruim plantgat en verbeter de grond.
- Tijdens het verplanten kan de wortelkluit in stukken verdeeld worden, zo zorgt u meteen voor verjonging van de plant.
- Zit er veel blad aan de plant knip dan ongeveer de helft af om te veel verdamping te voorkomen.
- Ruim water geven na het planten.
Ook interessant: vaste planten delen om ze te verjongen of vermeerderen
Vaste planten – uitzonderingen
Sommige planten die in het voorjaar bloeien houden in de zomer hun rustperiode, ze sterven zelfs vaak bovengronds al af. Bijvoorbeeld de baardirissen, gebroken hartje en helmbloem (Corydalis). Deze soorten zijn goed te verplanten in de zomer (juli-augustus).
Soorten die lastig te verplanten zijn, omdat ze een lange penwortels of zeer breekbare wortels vormen, zijn onder andere de stokroos, Acanthus, Papaver orientale en de pioenroos. Laat deze planten het liefst zo lang mogelijk op dezelfde plek staan voor een goede groei en bloei.
Struiken verplanten
Een jonge struik die nog maar een paar jaar in de tuin staat, is over het algemeen eenvoudig te verplanten.
- Kies een bewolkte en vorstvrije dag.
- Geef de struik een dag van tevoren ruim water, bind de takken eventueel bij elkaar.
- Schep de kluit altijd zo groot mogelijk uit, voorkom daarbij beschadiging van de wortels.
- Plaats de struik op een jute zak of bijvoorbeeld een stuk karton en sleep naar de nieuwe plek.
- Graaf een ruim plantgat, bij voorkeur zo’n 30 cm breder dan de kluit, en verbeter de grond.
- Zet de struik voorzichtig op dezelfde hoogte terug, te diep planten is erg slecht voor hergroei.
- Spreid de wortels goed uit en vul aan met aarde.
- Stevig aandrukken en dan ruim water geven.
- Blijf extra water geven tot een jaar na het verplanten.
Voor alle struiken geldt dat als ze al langer op dezelfde plek staan en er door het verplanten teveel wortels beschadigd raken, ze het mogelijk niet zullen overleven. Dit risico geldt al vanaf vijf jaar. Soorten die extra moeilijk te verplanten zijn in verband met lange of breekbare wortels zijn onder andere Cytisus, Magnolia en rozen.
Voorbereiding voor oudere struiken: rondsteken
Wilt u de struik meer overlevingskans geven dan kunt u de wortelkluit een jaar van te voren rondsteken. Dit houdt in dat u in de periode november-februari met een scherpe spade de wortels doorsteekt.
- Graaf een smalle sleuf, ongeveer 30 cm diep en bij voorkeur ongeveer recht onder de buitenste takken. De kluit moet nog wel te tillen zijn, graaf dus eventueel iets dichter bij de stam.
- Vul de sleuf nu met scherp zand. De struik zal nieuwe wortels gaan vormen in de laag zand.
- Graaf na een jaar de kluit uit, net iets buiten de sleuf. Zo kan de struik na het verplanten profiteren van de extra laag jonge wortels en meer kans hebben om te overleven.
Bladverliezende struiken
De beste tijd om bladverliezende struiken te verplanten is als ze kale takken hebben. Dit is de periode eind oktober tot midden maart. Alleen als het vriest kunt u beter niet planten.
Groenblijvende struiken
De beste tijd om groenblijvende struiken en coniferen te verplanten is augustus-oktober of eind maart/begin april.
Ook interessant: wanneer en hoe kun je bomen verplanten
TIP En gaat u verhuizen op een ander moment en wilt u heel graag die ene struik meenemen, dan kunt u proberen op een later moment nog eens terug te komen, of u neemt het risico - het kan namelijk altijd misgaan - en u verplant gewoon!
Tekst en foto: Modeste Herwig
Gerelateerde producten
Plaats een nieuwe reactie