Groenblijvende bodembedekkers kiezen

Groenblijvende bodembedekkers zijn het hele jaar aantrekkelijk. Ideaal om onkruid tegen te gaan, de bodem vochtig te houden en om de biodiversiteit een handje te helpen. Van wintergroene bodembedekkers heeft u alle seizoenen plezier!

Wat zijn groenblijvende bodembedekkers?

Groenblijvende bodembedekkers houden het hele jaar hun blad, vormen een dicht groen tapijt op de bodem en blijven meestal laag. Bodembedekkers groeien goed in de breedte. Dat is prettig, want op die manier vullen ze snel gaten op en krijgt onkruid minder kans om te groeien.

Voordelen van bladhoudende bodembedekkers

• Ze houden het hele jaar het blad vast.
• Het voorkomt dat onkruid minder snel ontkiemt.
• Ze zorgen ervoor dat de bodem vochtig blijft en de grond goed doorwortelt is. Ideaal voor een schuin talud, maar ook het bodemleven profiteert hiervan.
• Bij hoge temperaturen zorgen bodembedekkers voor minder uitstraling van hitte. Planten nemen warmte op en weerkaatsen het niet, zoals tuintegels wel doen.
• Insecten, vogels en kleine dieren vinden er een plekje om te schuilen en naar voedsel te zoeken.

Foto: Ajuga reptans 'Catlin's Giant'. Zenegroen is semi wintergroen.  

Soorten groenblijvende bodembedekkers

Afhankelijk van de standplaats (zon, halfschaduw of schaduw), grondsoort en wensen zijn er verschillende groenblijvende bodembedekkers om uit te kiezen:

1. Maagdenpalm (Vinca): heeft donkergroene bladeren en bloeit met witte of blauwe bloemen in de lente en zomer. Bij potmaat P9 (9 x 9 cm) plant u 9 stuks per m².
2. Pachysandra terminalis (of dikkemanskruid): heeft glanzende bladeren en groeit zowel op zonnige als schaduwrijke plekken. Bij potmaat P9 (9 x 9 cm) plant u 9 stuks per m².
3. Klimop (Hedera helix): is een snelgroeiende plant die, als hij niet kan klimmen, een dikke mat vormt en geschikt is voor zowel zon als schaduw. Plant 7 stuks per m².
4. Kruipend zenegroen (Ajuga reptans): groeit snel en kan grote gebieden bedekken met zijn laagblijvende, paarse bladeren en kleine, blauwe bloemen. Bij strenge vorst kan zenegroen het blad verliezen. Plant 9-11 per m².
5. Kruipende flox (Phlox subulata): heeft een tapijtachtige groeiwijze en bloeit in het voorjaar met kleurrijke bloemen. Plant 7 stuks per m².
6. Jeneverbes (Juniperus): heeft naalden en kan grote gebieden bedekken. Kan ook op zandgrond. Plant ca. 3 per m².
7. Dwergmispel (Cotoneaster dammeri): een lage heester die breed uitgroeit en veel in plantsoenen wordt aangeplant. Stelt weinig eisen aan standplaats en grondsoort. Plant 4-5 stuks per m².
8. Struikkamperfoelie: Lonicera nitida ‘Maigrun’ is een van de laagste bladhoudende struikkamperfoelies. Een makkelijke heester die ook goed gesnoeid kan worden. Plant 4-7 per strekkende meter.
9. Kardinaalshoed (Euonymus fortunei): een laag groeiende heester die een mooi tapijt vormt. Plant 3-5 per meter.
10. Heide (Erica en struikheide Calluna) zorgen voor een mooi wit, roze of paars tapijt. Geschikt voor zuurdere grond. Plant 7 stuks per m².

Er is nog veel meer keuze. Ook in half wintergroene bodembedekkers, die alleen in strenge winters het blad verliezen, zoals bijvoorbeeld Geranium (ooievaarsbek).

Wintergroene bodembedekkers planten en verzorgen

Planten

• Kies de juiste plant voor de juiste plek: hoeveel zonlicht heeft de bodembedekker nodig en welke grondsoort heeft de voorkeur.
• Bereid de grond voor: graaf een gat dat 1,5 keer zo groot is de als de kluit en verbeter de grond met aanplantgrond zoals Vivimus.
• Plantafstand: hou rekening met de aanbevolen plantafstand, zodat de planten voldoende ruimte hebben om te groeien. De gegeven aantallen zijn gemiddelden voor de soort, kijk altijd bij de specifieke plant voor meer informatie.
• Water: druk de plant goed aan in de verbeterde grond en geef de planten water zodat ze goed kunnen wortelen.

Verzorgen

• Water: hou de bodem (licht) vochtig het eerste jaar na aanplant. Geef extra water tijdens droge periodes.
• Voeding: geef de planten voeding met een langzaam werkende organische meststof in het vroege voorjaar om hun groei te stimuleren.
• Snoei: snoei lelijk geworden blad in het voorjaar (of in het geval van bloei – zoals heide – snoei na de bloei).
• Onkruid verwijderen: hou de bodem rond de nieuwe bodembedekkers het eerste jaar vrij van onkruid om concurrentie te voorkomen.

Lees hier meer over verschillende soorten bodembedekkers en hun verzorging.

Foto bovenaan: Pachysandra terminalis.