Leibomen planten

Een leiboom neemt weinig ruimte in en zorgt voor privacy. Daarnaast werken leibomen als zonnescherm en vinden vogels er een rustplek. Ook in een kleine tuin is het dus mogelijk een boom te planten! Een leiboom aanplanten gaat vrijwel net zoals een gewone boom. Hoe precies leggen we hier graag uit. 

Wat zijn leibomen

Leibomen zijn gewone bomen die op jonge leeftijd als leiboom worden opgekweekt. Door te snoeien en de takken aan een leirek of stokken aan te binden, groeit de boom in een bepaalde vorm. 

Een leiboom heeft een stam met op een bepaalde hoogte, meestal 200 cm, het leirek. Aan het leirek worden de leggers, de hoofdtakken, horizontaal aangebonden. Zo ontstaat een soort haag op stam. Pas als de takken stevig genoeg zijn, kan het leirek verwijderd worden. Hier kan wel 10 jaar overheen gaan. 

Een leiboom heeft drie of meer hoofdtakken aan beide zijden van de stam. Hoe meer leggers, hoe dichter het scherm wordt. De meeste leibomen bij Directplant hebben een leirek van 150 cm breed en 120 cm hoog. Bij de leibomen op onze site staan meer specificaties.   

Wanneer een leiboom planten

Leibomen kunt u het hele jaar aanplanten, ook in de winter, behalve wanneer het vriest. Het is dan moeilijk om een gat in de grond te graven. Als u net heeft geplant en het gaat daarna vriezen, dan is dat niet erg. 

Het beste moment om bomen te planten is de herfst. Ze kunnen in de nog warme grond goed wortelen en steken in het voorjaar al hun energie in groei en bloei.

In het voorjaar kunt u ook leibomen planten. Ze hebben eerst tijd nodig om te settelen, pas daarna gaan ze groeien. Alles komt eigenlijk wat later op gang.

Plant u in de zomer? Zorg dan dat een nieuwe leiboom voldoende water krijgt bij warmte en droogte. Ook hier geldt dat pas nadat de bomen zijn geworteld, ze zullen groeien.  

Hoe plant u leibomen?

Bekijk hier de video met instructies over het planten van een boom. Voor leibomen, vooral als u er meerdere aanplant, staat onder de video meer informatie.

Plantafstand tussen leibomen

Hou voldoende afstand tussen de leibomen. Het is geen exacte wetenschap en ook afhankelijk van de groeisnelheid van de soort leiboom en uw wensen. Is het leirek 150 cm breed en heeft u een langzaam groeiende leiboom zoals glansmispel (Photinia), dan kunt u ze op 2 meter afstand planten. Een snel groeiende leilinde of leiplataan plant u op 3-5 meter afstand van elkaar. 

Wilt u dat de takken naar elkaar toegroeien? Hou dan 3 meter aan voor een snel groeiende leiboom. Plaats een spandraad of extra stok tussen de leirekken om de leggers op den duur met elkaar te verbinden. Op die manier krijgt u meer het ‘haageffect’ op hoogte. 

Plantafstand van leibomen tot de erfgrens

Ook al is een leiboom maar smal, toch worden deze op 2 meter van de erfgrens geplant. Het gaat hier namelijk om een boom die geen overlast bij de buren mag veroorzaken. Wilt u leibomen toch dichter op de grens planten? Bespreek dit met uw buren en leg vast dat zij akkoord zijn. Zo voorkomt u veel burengedoe. Controleer bij uw gemeente of er specifieke regels zijn voor het aanplanten van bomen; bij veel gemeenten geldt een plaatselijke verordening voor leibomen zodat deze wel dichterop de erfgrens geplant mogen worden. Bedenk wel dat u bij leibomen aan twee zijden moet snoeien! 

Leibomen aanplanten

1. Om een rij leibomen te planten, spant u eerst een draad waarlangs de bomen geplant worden. Vervolgens markeert u op gelijke afstand (tussen de 2-5 meter afhankelijk van wat u gaat planten) de plantgaten. 
2. Graaf een plantgat dat minstens 1,5 keer zo groot is als de kluit van de boom. Bekijk hier hoe groot de kluiten ongeveer zijn, dat is afhankelijk van de stamomtrek. 
3. Maak de grond goed los en verbeter uitgegraven aarde met Vivimus. 
4. Plaats de twee boompalen vóór het planten, zo worden de wortels niet per ongeluk beschadigd. Een boompaal staat minstens 15-30 cm van de stam af. Boompalen van 250 cm worden voor 1/3 in de grond gezet. Zet de boompalen iets in een v-vorm in de grond zodat na het aanspannen de boompalen recht zullen staan.
5. Zet de boom op dezelfde diepte als de plantdiepte op de kwekerij of zoals hij in pot stond. Graaf eventueel wat dieper of schep wat verbeterde aarde terug om de hoogte goed te bepalen. Te diep of te hoog planten zorgt voor problemen. 
6. Kijk of de boom mooi recht staat en vul aan met de verbeterde grond en stamp de grond stevig aan. 
7. Bind de stam aan de boompaal met boomband. Als de boom stevig staat, zal hij bij wind niet bewegen en kan de leiboom goed wortelen. 
8. Bouw een soort dammetje rondom de stam en giet hier het water in. Zo staat de kluit helemaal onder en wordt alle lucht uit de grond verdreven. De wortels maken ook beter contact met de aarde. Blijf nog ruim een jaar water geven in droge perioden of zorg voor een druppelsysteem.
9. Hou voor de eerste drie jaar na de aanplant rondom de stam een cirkel van minstens een meter vrij van begroeiing (boomspiegel). 

Lees hier meer over het aanplanten van bomen met boompalen. 

Bijzondere leibomen

• Heel bekend is de leilinde Tilia vulgaris 'Pallida'. Bij oudere huizen en boerderijen staan ze vaak in de voortuin. Het is een snelgroeiende boom met hartvormig blad. 
• Leivormen van fruitbomen zijn populair. Doordat de takken horizontaal aangebonden worden, leveren ze ook nog eens een leuke oogst op. De leifruitbomen worden ook als halfstam aangeboden. U vindt de fruitleibomen bij de fruitbomen en bij de leibomen. 
• Groenblijvende leibomen bieden ook in de winter privacy. Wel kunnen deze gevoeliger zijn voor vorstschade. Mooi zijn de olijfwilg en glansmispel als leiboom. Eigenlijk zijn dit heesters die op een hoge stam zijn gekweekt. De steeneik is een wintergroene boom die als leiboom beschikbaar is. 
• De inheemse beuk Fagus sylvatica is als leiboom leverbaar. Het verdorde blad blijft in de winter aan de boom hangen om pas in het voorjaar plaats te maken voor fris groen lenteblad. De haagbeuk als leivorm Carpinus betulus, ook een inheemse boom, laat wel het blad in de winter vallen. 

Leibomen verzorgen en snoeien

Snoeien

Een leiboom snoeit u over het algemeen in de herfst of winter en nogmaals in de zomer. Snoeiadvies voor de verschillende soorten leibomen staat bij de bomen aangegeven en is ook afhankelijk van de soort boom die u kiest. Een veilige periode voor de meeste soorten om te snoeien is november, december, zodra het blad gevallen is. Lees hier meer over het snoeien van een leiboom. 

Voeden

Strooi na het snoeien meststoffen om de leiboom te helpen bij het herstel. In de winter kunt u hiervoor compost rond de stam strooien en lichtjes inwerken. In de zomer kunt u koemestkorrels strooien. 

Water geven

Geef het eerste jaar na aanplant voldoende water. Na het eerste jaar zal de leiboom voldoende geworteld zijn. Is het na de zomersnoei droog? Geef ook dan water. De leiboom zal hard moeten werken om weer uit te lopen en de snoeiwonden te herstellen. Hiervoor heeft de boom voldoende water en voeding nodig. 

Een al oudere leilinde vormt een mooi groen scherm.