Kleinfruit is een benaming voor struiken en planten die vruchten dragen, maar niet tot boom uitgroeien. Ideaal als u fruit in uw tuin wilt en niet veel ruimte heeft. Want wat is nu lekkerder dan vers fruit plukken uit je eigen tuin?
Gebruik onze keuzehulp om fruitstruiken en fruitplanten te kiezen!
Wat is kleinfruit?
Bij kleinfruit gaat het niet om bomen, maar om struiken en klimplanten die vruchten dragen. Veel klein fruit kan bovendien geleid worden. Denk hierbij aan bramen, frambozen, bessen, kiwi’s en druiven. Ook wordt met kleinfruit wel ‘zacht fruit’ bedoelt.
Bij Directplant vindt u onder de categorie struiken al ons kleinfruit. Hierin staan zowel het zachte fruit als de struik- en leivormen van bijvoorbeeld pruimen, kersen, appels en peren. Zo staan alle kleiner blijvende fruitplanten en fruitstruiken overzichtelijk bij elkaar.
Kleinfruit wordt dan wel ‘klein’ genoemd, maar sommige kunnen alsnog behoorlijk hoog worden. Gelukkig houdt u ze door snoeien en leiden in toom én vorm. Bij het fruit van uw keuze vindt u hierover meer informatie.
Soorten kleinfruit
- Bessen (Ribes) en bosbessen (Vaccinium): er zijn rode, blauwe, witte en zwarte bessen. Maar ook aalbessen, kruisbessen, gojibessen (of boksdoorn) en andere specifieke bessen. Meestal zijn dit struiken, die alsnog 2 meter hoog kunnen worden. Het is mogelijk om de struiken te snoeien of takken in vorm te leiden.
- Kiwiplant (Actinidia): een kiwi is een klimplant die tegen een warme en zonnige muur of schutting geplant kan worden. Een beschutte plek, uit de wind, is aan te raden. Een kiwi heeft, op een paar uitzonderingen na, bestuiving nodig van een andere kiwiplant om vruchten te dragen. Lees hier meer over kiwiplanten.
- Aardbei (Fragaria): een vaste plant die u elk voorjaar kort snoeit, waarna de plant weer uitloopt. Er zijn ook bodembedekkende bosaardbeien, zoals de Fragaria vesca. Lees hier meer over aardbeien.
- Druif (Vitis): een witte of blauwe druif is een klimplant die tegen een zonnige muur geleid kan worden. Prachtig is ook een pergola of dak waar een druif overheen geleid wordt. Zit u in de zomer onder de druiventrossen! Ook worden druiven op stam gekweekt; de houtige stengels van druif worden naarmate de plant ouder wordt, steeds dikker en sterker. Lees hier meer over een druif kweken en snoeien.
- Bramen en frambozen (Rubus): Rubus kunt u het beste leiden. Laat u ze hun gang gaan, dan worden het grote wilde struiken. Zowel frambozen als bramen zijn er ook in doornloze vorm, want deze kunnen venijnig zijn. Een paar stevige tuinhandschoenen doen wonderen als u de stekels wilt trotseren en de smaak van net geplukte bramen en frambozen maakt veel goed. Lees hier meer over het planten en snoeien van frambozen.
- Fruitbomen als struik of in leivorm: fruitbomen zoals appels, peren, pruimen en kersen worden op verschillende stamhoogtes gekweekt: laagstam, halfstam en hoogstam. Een laagstam of struik heeft een stam van maximaal 50 cm hoogte en wordt uiteindelijk circa 2 meter hoog. Wilt u dat een fruitboom nog minder ruimte inneemt, dan zijn er op verschillende stamhoogtes óók leivormen leverbaar.
Klein fruit planten
Zet kleinfruit op een plekje in de zon. Sommige soorten kunnen ook in de halfschaduw, maar over het algemeen geldt: hoe meer zon, hoe meer vruchten. Zorg voor voedzame grond door voor het aanplanten de grond te verbeteren met compost of een grond verbeterend middel zoals Vivimus. Het produceren van fruit vraagt veel energie!
Plaats voor leifruit een plantensteun voor het aanplanten. Plant vervolgens het kleinfruit en haal de bamboestokken weg of maak de ranken los en bind ze aan het rek of de steun die u heeft geplaatst. Door de ruimte tussen de stengels vangen ze meer licht en kan de lucht goed circuleren.
Jonge struiken en planten zullen eerst wortelen en daarna pas groeien. Naarmate een fruitstruik beter is geworteld, zal hij ook meer vruchten dragen.
Geen vruchten? Controleer of de fruitstruik op de goede plek staat, voldoende voeding en water krijgt en of deze een bestuiver in de buurt nodig heeft.
Verzorging van fruitstruiken en fruitplanten
Heeft u een goed plekje voor het kleinfruit gevonden en ze in vruchtbare geplant? Dan is het zaak de fruitstruiken en -planten te onderhouden zodat ze elk jaar voor nieuwe oogst zorgen.
Snoeien
Check bij de fruitplant van uw keuze wanneer deze gesnoeid moet worden. Voor veel soorten geldt dat ze in het vroege voorjaar, voor de bloei, gesnoeid kunnen worden. Door het snoeien wordt de struik verjongd. Appel- en perenbomen die als struik zijn opgekweekt snoeit u in de herfst of winter, kersen- en pruimenbomen na de oogst.
Lees hier meer over het snoeien en verzorgen van kleinfruit en het snoeien van fruitbomen.
Voeden
Geef na het snoeien voeding en doe dit nog een paar keer gedurende het seizoen. Dat kan met compost, koemestkorrels of organische mest. Compost en koemestkorrels verbeteren vooral de grond, waardoor voedingsstoffen goed bij de wortels kunnen komen.
Water geven
Zonder water geen vruchten. Geef het eerste jaar na het aanplanten voldoende water, zodat hij goed kan wortelen. Staan de fruitstruiken al langer, dan geeft u water in droge perioden. Vooral de lente is van belang; het moment dat de bloesem wordt gevormd, het begin van de vruchten.
Meer lezen over eten uit de tuin? Lees ook onze artikelen over eetbare planten en het aanleggen van een kruidentuin.
Plaats een nieuwe reactie